Zadensector Wereldwijd

(FNV Magazine)

Een niet-transparante keten, zo staat de zadensector te boek. Soms is onduidelijk om welke boeren, bedrijven en tussenpersonen het gaat. In elk geval staan de prijzen voortdurend onder druk. Van een leefbaar loon is in ontwikkelingslanden in elk geval geen sprake.

Tekst: Astrid van Unen

Beeld: Wilma Roos (India), privécollecties

INDIA – De vakbondsfederatie NAAWU zorgt voor hoger inkomen

De NAAWU is een Indiase vakbondsfederatie die landarbeidersbonden verenigd. “We dachten altijd dat de landarbeiders en kleine boeren in deze sector goed betaald werden”, vertelt Chennaiah Poguri van de NAAWU, “maar ineens lazen we dat ook daar ook problemen waren. Toen zijn we op onderzoek gegaan en ontdekten we dat het op sommige gebieden slechter geregeld is dan in de rest van de agrarische sector. Onderbetaling en meer kinderarbeid, juist omdat de ouders zo slecht betaald worden.”

De NAAWU is inmiddels wat de zadensector betreft in drie deelstaten actief en heeft er 65 duizend leden geworven. Ze zijn begonnen met te zoeken naar de beste manier om het inkomen van deze werknemers te verbeteren. In India bestaat een werkgelegenheidsprogramma, waarin de overheid honderd dagen werk garandeert aan de allerarmsten, tegen betaling van het minimumloon. Het werk komt veelal ten goede aan de dorpen waarin deze werknemers wonen. De NAAWU regelt vergunningskaarten zodat ook zij aan dit programma kunnen deelnemen. Daarnaast regelt de vakbond andere overheidssteun, zoals voedselpakketten, drinkwaterfaciliteiten en sanitatie.

Intussen vecht de vakbond ook voor een hoger minimumloon. “We hebben ontdekt dat zelfs de overheid onder het minimumloon betaalde”, zegt Chennaiah, “en dat hebben we met succes kunnen terugdraaien. De NAAWU is overigens de enige federatie die vecht voor deze werknemers.” Dat is een van de redenen waarom Mondiaal FNV al meer dan twee decennia de voorlopers van deze vakbond steunt, ook met fondsen van FNV Agrarisch Groen. De vakbond weet met deze financiële steun het achtvoudige aan financiële voordelen voor hun leden binnen te halen en bijvoorbeeld in een jaar tijd te zorgen dat 500 duizend families het financieel beter hebben. FNV’ers en leden van NAAWU gaan regelmatig bij elkaar op missie om kennis en kunde uit te wisselen.

MAROKKO – Vaak geen leefbaar loon

“Het werk is best okay”, zegt de 25-jarige Marokkaanse Sanaa Nadif, “maar het loon niet.” Nadif werkt sinds een jaar in de zadensector, voor een grote boer die zaden levert aan de Zwitserse multinational Syngenta. Ze werkt zeven dagen per week, acht uur per dag zonder contract. Daarvoor krijgt ze zo’n 250 euro per maand. Een dag niet werken is een dag geen loon, want vakantiedagen bestaan niet. Het leefbaar loon in Marokko is 500 euro, dus ze verdient amper de helft. “Ik heb geen idee wat het gangbare loon is. Wel weet ik dat vrouwen die al vijftien jaar voor deze boer werken hetzelfde loon krijgen.”

De Nederlandse Marokkaan Brahim Rezziki is als FNV-kaderlid al jaren betrokken bij de zadensector in Marokko. Hij werkt als operation specialist bij zadenproducent Bayer. Via Mondiaal FNV zit hij in een internationaal programma waarmee hij trainingen geeft. Ook in India en Nepal. “Het bedrijf waar Sanaa werkt, kende ik niet”, vertelt hij. “Het blijkt dat hier nog niemand lid is van een vakbond. Dus daar heb ik nu wel op aangestuurd. Want hier kan de vakbond nog veel betekenen.”

Rezziki heeft een sterke band met de Marokkaanse landbouwbond FNSA/UMT. Samen met andere kaderleden en een FNV-bestuurder heeft hij tijdens verschillende missies trainingen gegeven over mapping, gezondheid & veiligheid, sociale dialoog, cao-onderhandelingen, en de ILO-conventie 190, die over geweld en intimidatie gaat. “We geven die trainingen aan kaderleden, zodat zij hun kennis binnen de eigen bedrijven kunnen doorgeven en toepassen.”

Die trainingen zijn hard nodig, weet Rezziki, want vooral seizoenwerkers hebben het in Marokko zwaar. “Ze krijgen geen vervoerskosten vergoed en moeten vaak zelf maar uitzoeken hoe ze bij de boer op het veld komen. Ze krijgen niet altijd beschermende kleding. En heel vaak krijgen ze geen leefbaar loon. Allemaal zaken waar de vakbond van betekenis kan zijn.”

NEDERLAND – “Juist nu belangrijk om samen op te trekken”

Wereldwijd is Nederland de tweede grootste voedselproducent van agrarische producten en ook in de zadensector spelen Nederlandse bedrijven een cruciale rol. FNV-bestuurder agrarisch groen Jeroen Brandenburg stelt dat het in Nederland voor werknemers goed geregeld is. “We hebben een reguliere sociale dialoog, een goede pensioenregeling, een cao die elke paar jaar vernieuwd wordt, de arbeidsomstandigheden zijn doorsnee goed, er is een ondernemingsraad. Dat zie je elders niet.” Maar hij ziet ook een keerzijde: “Bepaalde mensen voelen zich niet vrij om te laten zien dat ze vakbondslid zijn. Dat zie je bij veel agrarische bedrijven en dat ligt soms aan de cultuur van de organisatie. Dat het management communiceert: we doen al zoveel voor de werknemers. Dan lijkt het bijna not done om vakbondslid te zijn, laat staan actief.”

Neemt niet weg dat ook hij wel ziet dat een land als India “met 3-0 achterstaat”. Brandenburg is ook internationaal actief in de zadensector. Regelmatig gaat hij op missie naar India, Nepal of Marokko om met kaderleden en Mondiaal FNV trainingen te geven en zelf inspiratie op te doen. “In de andere landen is leefbaar loon een belangrijk issue, dat speelt bij ons natuurlijk niet. Ook zijn de arbeidsomstandigheden daar veel slechter dan hier. Tegelijkertijd zien we dat bijvoorbeeld de actiebereidheid in Marokko groot is. Dat inspireert mij weer.”

Onlangs is in opdracht van de FNV onderzoek gedaan naar de rol van een eventuele wereldwijde coalitie van vakbonden in de zadensector. De conclusie luidde dat die veel aan de kaak zou kunnen stellen. Brandenburg beaamt dit. “De nieuwe MVO-richtlijnen bieden ons tools om het gesprek aan te gaan met bedrijven wereldwijd, die aansprakelijk worden gesteld voor de hele keten. Dat willen we gaan formaliseren. Want het is juist nu – in dit huidige politieke klimaat – belangrijk om samen op te trekken.”

NEPAL – “We kunnen elkaar steunen en inspireren”

Onveiligheid op de werkvloer, geen bescherming tegen pesticiden, genderissues en flinke onderbetaling. Dhan Bahadur Bishwakarma, senior vicevoorzitter van de All Nepal Federation Of Trade Unions (ANTUF) windt er geen doekjes om: werknemers in de Nepalese landbouw, al dan niet in de zaadsector, hebben het zwaar. Met de solidariteitssteun van de FNV is ook de landarbeidersfederatie nu onderdeel van ANTUF. Het organiseren van werknemers in de zaadsector, die zich vooral in de provincies Karnali en Far West bevinden, heeft extra aandacht nodig, vertelt Bishwakarma. “De meesten zijn informele werkers, zonder arbeidscontract. Wij kunnen voor hen veel betekenen, maar dit kost wel tijd.”

Landarbeiders in de zaadsector verdienen geen leefbaar loon. Dat ligt onder meer aan de lage zaadprijzen, de beperkte toegang tot de markt, hoge productiekosten en de afhankelijkheid van tussenpersonen. Bishwakarma: “Ook is er groot gebrek aan mest. Daarvoor zijn de kleine boeren al snel aangewezen op de zwarte markt, waar de prijzen hoog zijn.” Door de overheid is het minimumloon op 618 roepies (€ 4,27) per dag vastgesteld, maar de werknemers krijgen minder betaald. “Mannen verdienen zo’n 500 roepies (€ 3,45), vrouwen 400 (€ 2,76)”, vertelt Bishwakarma. “Voor elf à twaalf uur werken per dag. Als vakbeweging vechten we voor uitbetaling van tenminste het minimumloon en toegang tot het sociale zekerheidsstelsel. Daar hebben ook informeel werkenden volgens de wet recht op.”

Verder is sprake van kinderarbeid, al weten de landarbeiders inmiddels dat kinderen onder de veertien niet fulltime mogen werken. “Als ze nog onderwijs volgen, werken kinderen voor of na schooltijd met hun ouders mee. Ook daarom vechten we als vakbeweging voor meer loon.” In het voorgenomen plan om een internationale alliantie van vakbonden in de zaadsector te vormen, ziet Bishwakarma een uitkomst. “We hebben elkaar nodig, we kunnen elkaar steunen en inspireren, dus dit kan heel zinvol zijn.”