Zwarte en witte vrouwen bundelen hun krachten

(KIS)

De tweede feministische golf, die ruim vijftig jaar geleden aan kwam rollen, heeft niet aan urgentie ingeboet. Sterker nog, het vieren van 8 maart is actueler dan ooit. Witte en zwarte vrouwen bundelen hun krachten. Agnes Samuel, een politiek actieve Surinaamse vrouw, blikt terug en vooruit. ‘Er is nu meer verbondenheid’.

Ze toont in haar lichte woonkamer in Den Haag trots de kleine sculptuur van metaal, die op een broche lijkt. Het ligt op een kistje met haar naam erop, samen met de tekst: Joke Smitprijs. Joke Smit (1933 – 1981) was een icoon van de vrouwenbeweging.  Met haar essay ‘Het onbehagen bij de vrouw’ dat in 1967 in De Gids verscheen, zette zij de tweede feministische golf in beweging.

Vorig jaar ontving Agnes Samuel (1938) deze prijs. De jury: ‘Zij heeft echt veel betekend voor vrouwen in de Nederlandse samenleving. Agnes Samuel was in de jaren ’80 al zeer actief in de ‘Zwarte Migranten en Vluchtelingen Vrouwen Beweging’ en staat hiermee aan de wieg van veel politieke carrières. Zij moedigt vrouwen, en meer in het bijzonder vrouwen van kleur, aan de politiek in te gaan, omdat hun stemmen gehoord moeten worden. Het is heel mooi dat zij die groep bij de politiek betrekt.’

Dolle Mina’s

Dat Agnes Samuel politiek actief werd en uiteindelijk kartrekker van een opleiding om zwarte vrouwen klaar te stomen voor de Nederlandse politiek, lag helemaal niet voor de hand. Opgroeiend in Suriname in een streng katholiek gezin, kreeg ze van haar vader te horen dat politiek niks voor vrouwen was. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ze vertrok naar Nederland voor de studie medisch analist. ‘Toen ik de Dolle Mina’s zag, dacht ik: ‘Wow, ik zit hier goed!’ Omdat zij zaken uitdroegen die ik belangrijk vond.’ De bedoeling was om terug te keren naar Suriname na de opleiding. ‘Maar ik dacht: ‘Pa zit lekker ver weg’, en toen ben ik lid geworden van de Partij van de Arbeid.’

Na de geboorte van haar zoon in 1964, liet ze zich omscholen. Ze kwam terecht bij het tegenwoordige ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Door haar werkzaamheden kreeg ze steeds directer met de politiek te maken. ‘Ik volgde bij de PvdA scholingen, cursussen en weekendtrainingen. Daar heb ik heel veel geleerd, ook van de Rooie Vrouwen. In die beginjaren was ze vaak de enige zwarte vrouw. ‘Soms werd je prima ontvangen en soms keek men mij aan met een blik van: ‘Wat kom je hier doen?’ Ze zeiden het niet, maar je voelde dat ze zo dachten. En soms waren ze heel blij, want dan konden ze vertellen dat ze een zwarte in hun midden hadden.’

Geen netwerk

Samuel werd ook actief voor de Stichting Landelijke Federatie van Surinaamse Vrouwen Zaken (LFSVZ), dat later het Multicultureel Instituut voor Politieke Participatie zou gaan heten. Samuels werd er al snel voorzitter en zette zich in voor de emancipatie van de zwarte vrouw. ‘De witte vrouwen waren al ergens verankerd, wij nog niet. Een vrouw die actief was binnen een witte organisatie had al kennissen die in de Tweede Kamer zaten, in een hoog bestuur. Wij hadden nog geen netwerk en het was ontzettend moeilijk om dat te krijgen.’ Maar er was nog een ander duidelijk verschil tussen de Nederlandse en Surinaamse vrouwen. ‘Wij zijn opgevoed met het idee: je moet zorgen dat je een diploma hebt, want je diploma is je man. Je diploma houd je, een man kan weggaan. Je moet je eigen geld verdienen.’

Politieke scholing

Samuel wilde zwarte vrouwen helpen om de politiek in te gaan. Ze begreep dat politieke scholing daarvoor cruciaal was. Maar zo’n opleiding bestond niet. Daarom volgde ze eerst gericht een module Opleidingskunde aan de universiteit van Utrecht. Daarna ontwikkelde ze een vierjarige opleiding voor zwarte vrouwen om de Nederlandse politiek in te gaan. ‘Onze cursisten kregen scholing in alle politieke partijen. Daarna moesten ze een keuze maken tussen die partijen en daar stage gaan lopen, bij voorkeur één jaar voor de verkiezingen, zodat ze zich eventueel meteen kandidaat konden stellen. We hadden contact met veel politieke partijen, zodat we die stageplekken in gemeenteraden ook konden regelen. Die partijen waren wel blij dat ze een zwarte vrouw als stagiaire hadden. Zo konden ze naar buiten toe laten zien: kijk, we hebben ook zwarte vrouwen hier.’

De training was landelijk, de bijeenkomsten vonden in Utrecht plaats. De cursisten werden getraind in alle vaardigheden, zoals debatteren en communiceren, maar ook in de vragen die een toelatingscommissie zou stellen als ze zich wilden kandideren. Samuel: ‘Uiteindelijk hebben we heel veel vrouwen in de deelraden in Amsterdam gekregen. Eén vrouw is in de Tweede Kamer terecht gekomen en één vrouw in het Europarlement.’ Dergelijke platforms om migrantenvrouwen te lanceren in de politiek, bestaan niet meer. ‘Het is onduidelijk wie je daar nu bij kan helpen’.

Verschil maken

De wereld is inmiddels anders gekleurd, constateert Samuel. ‘Sylvana Simons maakt het verschil in de Tweede Kamer. We hadden allemaal zoiets van: Wow! Stem op haar! Want zij kan het verschil maken door daar te gaan zitten. Ik hoop dat er bij de volgende verkiezing nog eentje bij komt. Het mooie is dat Sylvana een gemengde groep om zich heen heeft verzameld. En ze trekt veel stemmen.’ Waar kan het nog beter? ‘Ik denk dat het moet beginnen binnen de politieke partijen. Dat zwarte vrouwen op een behoorlijke positie worden geplaatst op een lijst, niet alleen om zieltjes te winnen, maar juist op een plek waar ze verder kunnen groeien. Dat geldt ook voor hoge posities in het bedrijfsleven. Want al doen we nog zo ons best, als het op dat niveau niet gebeurt, dan kan het nooit goedkomen.’

Wat biedt KIS?

Hilde Bakker, adviseur bij Movisie en al veertig jaar werkzaam in de aanpak van geweld tegen vrouwen, is samen met Eliane Smits van Waesberghe trekker van het thema Zelfbeschikking en Emancipatie. ‘We kijken naar de noodzaak en mogelijkheden om kennis toe te voegen voor professionals en sleutelpersonen die met en voor vrouwen en meisjes met een migratieachtergrond werken. Dit moet de doelgroep zoveel mogelijk ten goede komen. We nemen naast wetenschappelijke kennis, de ervaringskennis van de doelgroep mee. En we halen praktijkkennis op bij de formele- en informele werkers, zodat onze materialen zo goed mogelijk aansluiten.’

Voorbeelden zijn twee toolkits voor professionals in de jeugdzorg, jongerenwerk en het onderwijs, met handvatten om te signaleren en het gesprek aan te gaan met ouders. Eén gaat over achterlating, de ander over shame sexting. Bakker: ‘KIS besteedt veel aandacht aan weerbare opvoeding, om ouders handvatten te geven om hun kinderen te begrijpen die in onze samenleving opgroeien, en om de druk vanuit hun gemeenschap op een traditionele opvoeding te weerstaan.’ Meer informatie is hier te vinden. Actuele zaken bij KIS zijn eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, seksueel geweld, shame sexting en achterlating van kinderen en vrouwen in de landen van herkomst. ‘We gaan nu ook wat meer focussen op de lhbtiq+-gemeenschap.’

Het streven naar financiële onafhankelijkheid, dat tijdens de tweede feministische golf centraal stond, is voor de doelgroep van KIS nog steeds actueel. ‘Het ministerie van Sociale Zaken heeft ons gevraagd om met het Platform Eer en Vrijheid – dit is een netwerk van zo’n duizend mensen/organisaties die zich bezig houden met problematiek rond zelfbeschikking - een bijeenkomst te organiseren over financiële onafhankelijkheid van vrouwen die in de meest kwetsbare positie zitten’, licht Bakker toe. ‘We willen professionals (bij uitkeringsinstanties, de schuldhulpverlening en welzijnswerk, maar ook werkgevers), uitnodigen om deel te nemen. Zij spelen een belangrijke rol om de meest kwetsbare groep vrouwen op weg te helpen naar een betere financiële positie.

De manier waarop Agnes Samuel zich heeft ingezet voor de zwarte vrouwen, vindt Hilde Bakker inspirerend. ‘Ze heeft veel vrouwen opgeleid en gesteund, die hun weg meer of minder in deze samenleving hebben gevonden. Daar is Sylvana Simons een mooi voorbeeld van. Goede voorbeelden zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling van jonge vrouwen, voorbeelden waaraan ze zich kunnen spiegelen en aan optrekken. Dat motiveert vrouwen. Want ze zien: het kan. Je kunt het roer omgooien en je eigen weg gaan.’

Astrid van Unen